Dit is één van de bekenste soorten Struikveronica. Het is de Struikveronica Hebe 'Baby Marie'. Deze laagblijvende heesters soorten behoren tot de familie Scrophulariaceae. De volwassen hoogte van deze kleine, wintergroene struik is ca. 30 cm en groeit graag in halfschaduw borders uit de felle zon.
Bloemen en bloeiperiode van de Struikveronica - Hebe 'Baby Marie'
De aarvormige bloemen van deze Hebe Struikveronica soort zijn licht roze en bloeien ca. mei tot en met juni. De lancetvormige bladeren zijn grijsgroen van kleur. Deze soort verdragen temperaturen tot -10 graden Celsius en zijn redelijk winterhard, bij voorkeur wel op een beschutte plek in uw border. Blijft de gehele winter groen.
Struikveronica Hebe Baby Marie combineren
Goed te combineren met onder andere Miscanthus siergras, Ezelsoor stachys, Lavendel, Skimmia, Vinca maagdenpalm, (mini) Vlindertruiken of meer zeldzame planten zoals Duizendschoon (Dianthus), Scheefkelk (ook wel Scheefbloem genoemd) en Helleborus (Kerstroos) planten.
Wilt u deze kleine struik combineren met bijpassende vaste planten en heesters? Wij schetsen tevens graag een tuinplan op maat voor u samen inclusief plantenlijst. Of ontdek een kant en klare borderpakket die past bij uw tuin, deze tuinplanten-sets vindt u in onze online tuinplantenshop.
Aanplanting en standplaats Struikveronica - Hebe 'Baby Marie'
Deze Hebe doet het goed op warmere plekken in uw tuin. Zoals op beschutte (dak)tuinen op het zuiden en dicht bij bebouwing. Deze kleurijke tuinplant wenst een matig voedselrijke, droge tot vochthoudende, zandige bodem met een zure tot neutrale zuurgraad (pH = 4.5 - 7). Staat graag op een plekje uit de volle zon. Dus bij voorkeur in gefilterd licht van andere planten. Verdraagt zomerse hitte redelijk, mits de standplaats voldoende vochthoudend is. Kan bij nachtvorst in april-mei schade oplopen. Vraagt dan enige bescherming. Deze mooie tuinplanten zijn goed te combineren met 'borderplanten', zolang die er niet te dicht op staan.
Leuk om te weten
Hebe tuinplanten komen van nature voor in Nieuw-Zeeland, Frans Polynesië, Falklandeilanden en Zuid-Amerika. Het geslacht is vernoemd naar de Griekse Godin van de Jeugd, Hebe. Er zijn ongeveer 90 tot 100 Hebe soorten bekend en omschreven.