De buxusplant heeft het zwaar. Niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten. Eerst werd de buxus geveld door schimmels. Door de schimmels werden veel buxussen zwakker, of stierven zelfs af. Opeens kwam daar ook de buxusmot bij. Om zich voort te planten legt de buxusmot eitjes in de plant. De rupsen eten het blad van de buxus op nadat de eitjes zijn uitgekomen. Omdat het dier uitheems is, had de buxusrups lange tijd geen natuurlijke vijanden in Europa en kon ongestoord zijn gang gaan. De planten stonden er vaal en verdord bij, alsof ze een fors watertekort hadden. Gelukkig is de natuur flexibel en hebben bepaalde vogelsoorten zich aangepast. Ze verorberen deze invasieve exoot inmiddels graag. Kippen, loopeenden, mussen en mezen hebben geleerd de buxusrupsen te eten.
Je kunt vogelhuisjes plaatsen of ingewikkelde bestrijdingsmethoden zoals feromoonvallen toepassen, maar vermoedelijk zul je in gevecht blijven met de dieren. Je kunt daarom overwegen om je buxusplanten te vervangen door andere planten.
Was de buxus in jouw tuin vooral aantrekkelijk als groenblijvende heg? Kijk dan eens in het artikel over groenblijvende hagen voor alternatieven. Heb je liever een plant die heel erg lijkt op de buxus maar niet gevoelig is voor de schimmel en rups, dan zijn er een aantal goede alternatieven.
Een heel populair buxusalternatief is de Japanse hulst, oftewel de Ilex crenata. Je kunt deze goed in vorm snoeien. Zorg in ieder geval dat je deze zo’n twee maal per jaar snoeit, anders groeien de takken bovenaan erg hard, en vallen de blaadjes aan de onderkant van de takken. Nadeel van de Japanse hulst, is dat hij een specifieke grondsoort nodig heeft. Hij heeft het liefst een lichtzure tot neutrale grond en zal dus goed groeien op veen en bepaalde zandgronden. Op kleigrond zal de plant nooit optimaal gedijen, tenzij je turf toevoegt, bijvoorbeeld in de vorm van rododendrongrond. Turf is echter milieubelastend, omdat dit gewonnen wordt in schaarse veengebieden. Om je een beeld te geven, de pH-waarde van grond wordt uitgedrukt in een schaal van 1 tot 14. Ilex crenata houdt van grond met een pH-waarde rond de 4 a 4,5, maar klei heeft een waarde van 6 à 7,5 en hoger. Je kunt je dus voorstellen dat zelfs als je turf toevoegt, de wortels na een tijd bij de onderliggende kleilaag terecht komen. Je krijgt dan alsnog last van gele of bruine bladeren.
Het beste alternatief voor buxus is een inheemse plant. Inheemse planten groeien van nature in Nederland, waardoor ze optimaal zijn aangepast aan ons klimaat. Allerlei insecten en andere dieren zijn dol op inheemse planten. Je helpt de natuur dus een handje. Inheemse planten zijn over het algemeen sterk en betrouwbaar, zoals de kamperfoelie. Voor een haag kun je beter niet een klimkamperfoelie gebruiken, maar de Lonicera nitida ‘Elegant’ of de Lonicera nitida ‘Maigrun’. Deze zijn wintergroen en kun je goed snoeien. Deze kamperfoelies bestaan er ook als kant-en-klare haag. Ook de gewone liguster oftewel wilde liguster is een goede inheemse haagplant. Ook de Spaanse aak/veldesdoorn of de Laurierkers vormen prachtige inheemse heggen. De Taxus baccata is eveneens een inheemse haagplant, maar is mooi donkergroen van kleur. De taxus heeft een voorkeur voor kleigrond.
Met een haag van inheemse hulst heb je in de winter mooie rode bessen, ideaal voor in een kerststukje. De hulst heeft scherp blad, waarmee je ongewenste gasten uit de tuin weert. Wil je nog een stapje verder gaan, dan is de prikkelbare zuurbes (berberis)een goede haag. Uitsluitend de Berberis vulgaris is in Nederland inheems, maar zijn familieleden de groenblijvende Berberis Julianae en prachtig rode Berberis thunbergii ‘Atropurpurea’ vormen ook een ideale haag.
Voor een mediterraans tintje kun je eens kijken naar de olijfwilg. Deze is weliswaar niet inheems, prachtig met zijn grijsgroene blad en wintergroene eigenschappen. Hij kan bovendien goed tegen wind en zout, waardoor deze ideaal is voor een tuin in de kustgebieden.
Misschien hoop je nu stiekem dat je buxus het niet overleeft, zodat je je tuin een make-over kunt geven met deze prachtige alternatieven.